zaterdag 8 oktober 2011

God Bestaat Niet


Begin juni 2011 heb ik een nieuwe computer gekocht. Van moeten, want mijn oude computer was gecrasht en de Universiteit Gent was op dat moment nogal dorstig naar mijn thesis. Omdat het appeltje van Steve Jobs er best sappig uitzag, heb ik mijn computerdorst uiteindelijk met een Mac gelest.
Want wat een klein en handig ding zeg. Snel ook. En dat coole floepgeluidje wanneer je het volume verhoogt of verlaagt! Toen ik ontdekte dat de stekker van zo’n Mac magnetisch vaststeekt aan de computer, werd ik zelfs kinderlijk enthousiast. Het zag er naar uit dat computeren voortaan een grote smulpartij zou worden.
Bovendien moet ik bekennen dat ik Steve’s iPhone al ettelijke keren uit een vitrine gestaard heb. Wie wil dat hebbeding, dat je vertelt wel nummer op de radio speelt, zich kameleongewijs kan omvormen tot GPS, of je op elk moment van de dag op internet brengt door er nog maar aan te aaien, immers niet in zijn broekzak hebben? Komaan, wees eerlijk.
“Het fenomeen van de eenentwintigste eeuw" Steve Jobs is gestorven. Zowat elke krant ter wereld kopte gisteren in grote letters titels als “De man die de wereld veranderde” of “Het fenomeen van de eenentwintigste eeuw”. “Een van de grootste Amerikaanse vernieuwers”, twitterde Obama. Ook de redenen waarom we beter allemaal in de voetsporen van De Grote Leider treden, en waarom zijn adepten – ik las dit woord waarlijk in élk artikel – elkaar voortaan beter elke avond voorlezen uit de Bijbel van hun IGod, ontbraken niet.
Een andere persoon had dit stuk misschien als volgt begonnen: “Annelies Roose liet zich begin juni inwijden in het suikerzoete rijk van Steve Jobs. Ze werd een van zijn miljoenen trouwe adepten.” Zijn WAT? Ok, Steve Jobs maakte mij enthousiast over een computer. Ik vond het leuk. Maar het had geen enkele be-te-ke-nis. Noem mij dus geen adept!
Want God bestaat niet. Adept zijn van een God die niet bestaat is dus regelrecht niet slim. Steve Jobs blijven aanbidden als de illustere God van de Apple-religie bijgevolg ook niet. Hij is dood. Dat is hard, maar toch, get over it. Wie de vele In Memoriam-artikels heeft gelezen,  kwam trouwens te weten dat de lijst van mensen met wie Jobs niet meer spreekt, eigenlijk veel langer is dan zijn lijstje vrienden.  Wanneer  je ‘tiran’ en ‘Steve Jobs’ bijvoorbeeld samen intikt in Google, verschijnt een indrukwekkend lijstje hits. “Jobs was dan ook geen sympathieke man. Want sympathieke mensen bereiken de perfectie niet. Daarvoor moet je een genadeloze tiran zijn. En dat was Jobs”, schreef Dominique Deckmyn vandaag bijvoorbeeld in De Standaard. Doorgaans is creativiteit een van de karaktertrekken die ik het sterkst bewonder in mensen. Maar op zo’n manier? Bummer.
Wie goed oplet, ziet in dit verhaal trouwens onmiddellijk een contradictie. Een contradictie die zo groot is, dat ik me sterk durf te maken door te stellen dat Jobs zich zal omkeren in zijn graf nog voor hij er goed en wel in ligt. Want Steve Jobs wíl eigenlijk helemaal niet de Grote Leider zijn. “Be hungry, be creative”, de woorden die hij in zijn beroemde speech in 2005 aan de graduates van de Universiteit van Stanford sprak, prijken vandaag op menige Apple-store, als ultiem postuum eerbetoon van zijn bewonderaars.
Wat ik dus liever onthoud van Jobs? Kin omhoog en schouders achteruit! Wees hongerig en creatief, “er is geen enkele reden om je hart niet te volgen”. Van zodra hier echter ‘volgzaam zijn’ wordt aan toegevoegd zoals dat in ‘adept worden’ klinkt, dan wordt het voor mij echter Idon’tcare.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten