Hoe twee topregisseurs van één eenhoorn en
1.000 bommen en granaten een miljoenensucces zullen maken
Dat één plus één soms méér dan twee is, tonen Steven Spielberg en Peter Jackson in de The Adventures of Tintin: the Secret of the Unicorn. Wij Belgen stemden Hergé naar de 8ste plaats in de verkiezing van ‘Grootste Belg’, maar met de hulp van deze twee ‘grote regisseurs’ wordt de populaire strip naar een nog hoger niveau getild.
Muzieknootjes en bewegingsstreepjes rond de trillende stembanden van Bianca Castafiore, daarmee moesten we het tot nu toe doen in de strips. Het gezang waarover iedereen zo lovend was (behalve die arme kristalglazen), dat moest je er zelf bij bedenken. Tot nu. Want de prachtige stem van Kim Stengel laat Castafiore eindelijk echt zingen, en alleen al daarom is deze film de moeite waard.
Maar dat is niet de enige meerwaarde tegenover de strips. Want ook het verhaal zelf zal je nergens op papier terugvinden. Het is immers knip- en plakwerk van drie verschillende strips: De krab met de gulden scharen (1941), Het geheim van de eenhoorn (1943) en De schat van Scharlaken Rackam (1944).
In The secret of the Unicorn koopt Kuifje op de Brusselse Zuidmarkt een gegeerd schaalmodel van de Eenhoorn, een Frans oorlogsschip uit de zeventiende eeuw. In dat schip ontdekt hij een schatkaart, en tijdens de zoektocht naar het geheim achter die kaart ontmoet Kuifje kapitein Haddock. Samen gaan ze op zoek naar de schat van Haddocks voorvader, ridder François de Haddoque. Maar zij zijn niet de enigen die de schat willen...
Wat volgt is een avontuurlijk verhaal, zoals je dat van Kuifje - en bij uitbreiding eigenlijk van élk stripfiguur – mag verwachten. Maar ook op alle andere vlakken is deze verfilming een succes.
Niet alleen zijn enkele personages leuker in de film dan in de strips (Jansen en Janssen herhalen elkaar niet continu, wat ons ergert in de strips, en Haddock toont zich sympathieker dan de drankverslaafde brompot op papier), ook narratief is de film goed opgebouwd. The Secret of the Unicorn is een wervelwind, volgestopt met duizelingwekkende actie, spanning en humor, en een verrassend plezier om naar te kijken. En dat ontbrak in de strips.
Vroeger was de motion capture-techniek (bewegingen van mensen omzetten in realistische animaties) vooral een succesvolle techniek om fantasiewezens te creëren. Denk aan Golem uit The Lord of the Rings en aan King Kong. Voor menselijke personages zag het er daarentegen erg onnatuurlijk uit.
Maar met deze Kuifje-film lijkt daar verandering in gekomen. Vooral Kuifje en Haddock zien er erg realistisch uit. Al blijven ogen en neuzen een probleem. Want hoe kunnen de inktvlekogen van Hergés stripfiguren expressiever zijn dan wat een leger computers en animatoren op het witte doek brengen? En hoe kunnen neuzen zó dik zijn?
Met The Adventures of Tintin: the Secret of the Unicorn heeft Kuifje zijn eerste stappen in Hollywood gezet. En hoe!? Jackson en Spielberg vertellen een sterk verhaal dat ‘leest’ als een zwierige rollercoaster: een afwisseling van een rotvaart en stille momenten, maar altijd even spannend en af en toe een explosie van – u raadt het al - duizend bommen en granaten.
Met The Adventures of Tintin: the Secret of the Unicorn heeft Kuifje zijn eerste stappen in Hollywood gezet. En hoe!? Jackson en Spielberg vertellen een sterk verhaal dat ‘leest’ als een zwierige rollercoaster: een afwisseling van een rotvaart en stille momenten, maar altijd even spannend en af en toe een explosie van – u raadt het al - duizend bommen en granaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten